Community based leren (Community based learning)
Het echte leven van alledag van de leerling is verankerd het leerproces, waarbij de leerling in een constante wisselwerking heen en weer gaat tussen de lokale en mondiale omgeving. Dezelfde elementen die bijdragen aan het vertrouwen van een gemeenschap en het lokale gevoel van eigenwaarde – zorg, gezondheid, veiligheid, onderwijs en werkgelegenheid – zijn universeel en worden daarom vanzelfsprekende onderwerpen voor het leren in de wereldwijde leergemeenschap.
Contextueel leren (Contextual learning)
De inhoud wordt in een grotere, bredere context geplaatst dat sociale, culturele en economische elementen bevat. Groepen lerenden verbinden zich met elkaar, zijn bereid om te delen en zo hun gemeenschap en culturele achtergrond te verrijken, op basis van wederzijds respect voor verschillen.
Samenwerkend leren (Collaborative learning)
Teams werken en leren samen, ontwerpen strategieën gebaseerd op de groepskennis en -reflectie. Individuele- en teambeoordelingen zijn gebaseerd op duidelijke criteria voor zowel het leerproces als de daaruit voortvloeiende leerresultaten. Het toevoegen van deelnemers van buiten het klaslokaal aan de teams verrijkt en vergemakkelijkt het samenwerkend leren.
Competentie gericht leren (Competence based learning)
In een portfolio is de planning, voortgang en de resultaten van het leerproces van een leerling te volgen. Examens maken tevens deel uit van zo’n portfolio. Een duidelijke omschrijving van de competenties maken de lerenden duidelijk wat ze nu echt moet doen en leren om een zinvolle bijdrage aan de gezondheid en het welzijn van mensen en de planeet te geven.
Leer-, informatie- en communicatieve vaardigheden zijn verankerd in een doorlopende leerlijn waarbij het leren en het toepassen van deze vaardigheden op een vanzelfsprekende manier zijn geordend. Het beheersen en het toepassen van deze vaardigheden maken een leven lang leren mogelijk.
Sociaal leren (Connected learning)
Leerlingen zijn verbonden in een netwerk van individuen en groepen die bereid zijn om kennis met elkaar te delen en waarderen de onderlinge verschillen om zo hun eigen leven te verrijken en samen te leren. Dit kan zowel gebeuren in groepen als individueel op elk gewenst moment en op elke plaats.
Kruisverbanden: Projectteams verdelen de taken in kleinere elementen die worden bestudeerd in samenhang met andere vakken. Dit maakt de informatie meer samenhangend en is daardoor beter te onthouden. Afhankelijk van de leerstijl van een leerling zijn ook individuele leerroutes mogelijk. Maar wel altijd holistisch benaderd, waarbij learning (hoofd), living (handen), loving (hart) in evenwicht zijn.
Creatief leren (Creative learning)
Een wederzijds proces van het creëren en co-creatie van nieuwe kennis als gevolg van de overdracht en het delen van informatie. Bij project-gebaseerd wereldwijd leren, kunnen kritische denkers uit verschillende gemeenschappen mondiale vraagstukken vanuit verschillende perspectieven benaderen en zo samen pogen om het geheel te doorgronden. Creativiteit moet ook worden gezien als mogelijkheden van de leerling om verantwoorde keuzes te kunnen maken als onderdeel van een inclusief onderwijssysteem , als onderdeel van een glokale (een mix van globale en lokale) gemeenschap. Immers, de technologie kan ons niet voorbereiden op de toekomst. Dat kunnen alleen creativiteit en intuïtie.
Zorg (Care)
Misschien is dit wel de meest belangrijke en tegelijkertijd kwetsbare van de 7C’s!
Zorg, in de 21e eeuw, waar de wereldwijde veiligheid een kwestie lijkt van strijdkrachten en repressie. Met aandacht en zorg voor elkaar in het onderwijs, kunnen we de huidige leerlingen voorbereiden op het ‘zijn’ van zorgzame leiders voor morgen. Wanneer zorg, gezondheid en veiligheid vanzelfsprekende elementen zijn geworden van de glokale (glocal) leergemeenschappen, hebben we een enorme stap gezet en mag ieder kind worden wie hij/zij is.